De ontstaansgeschiedenis van Zuidwest-Drenthe
​
Welkom!
​
Heeft u zich ooit afgevraagd wat een brink is, waarom zoveel dorpen een driftweg hebben en hoe komt het dat het karakter van dorpen op zandgrond zo anders is dan op het veen?
​
​
Op deze site analyseren we het DNA van Zuidwest-Drenthe. Als u naar beneden scrolt leest u over de abiotische oorsprong van het landschap en bij kantelpunten worden de belangrijkste cultuurhistorische kantelpunten aangegeven en toegelicht.
​
Wilt u meer weten over het ontstaan van veelvoorkomende elementen in het veendorpen- of esdorpenlandschap? Kijk dan op de desbetreffende pagina en voor uitleg van de typische namen vindt u bij toponiemen een interactieve kaart.
​
Het geheel wordt samengevat in de tijdlijn en de stamboom. In de tijdlijn is het ontstaan, en het verdwijnen, van de belangrijkste landschapselementen tegen de tijd afgezet. In de stamboom wordt de landschapsopmaak door de jaren heen gevisualiseerd.
​
Van een aantal erfgoedelementen is een waardering gemaakt, deze is te vinden onder het kopje waardering.
​
In opdracht van de gemeente Midden-Drenthe is een toekomstvisie ontwikkeld voor het stroomgebied Oude Vaart-Meppelerdiep. Het stroomgebied Oude Vaart-Meppelerdiep bevindt zich grotendeels binnen de regio Zuidwest-Drenthe. De informatie op deze website is gebruikt bij het ontwikkelen van deze visie. De visie is daarom ook te vinden onder toekomstvisie
​
​
Koude krachten
Saalien
Veel van de bodem in Zuidwest-Drenthe is gevormd tijdens de laatste twee ijstijden.
​
Het bereik van de ijskappen in het Saalien​
Erosie van dalen
​
Aan het einde van het Saalien ontstonden er door erosie van het smeltwater dalen in het afgezette keileem. Dit is de oorsprong van de beekdalen van Zuidwest-Drenthe.
Keileemafzettingen
​
200.000 jaar geleden was Nederland een grote rivierendelta. De bodem bestond uit rivierafzettingen.
​
In het Saalien, de voorlaatste ijstijd, kwam het Scandanavische ijsfront tot ver in Nederland. Met het ijs kwamen stenen mee die onder druk werden verpulverd tot de huidige keileem grond die nu nog te vinden is in Zuidwest-Drenthe.
​
Beekdalen omstreeks 10.000 v. Chr.​
Koude krachten
Weichselien
Tijdens de laatste ijstijd, het Weischelien, bereikte het ijsfront Nederland niet.
Dekzand
Door extreme kou tijdens het Weichselien kon er nauwelijks vegetatie groeien in Nederland. Dit zorgde voor een open landschap waar de wind vrij spel had.
​
In Zuidwest-Drenthe zette de wind een flinke laag zand af. De smeltwater dalen werden opgevuld en er ontstonden dekzandruggen en dekzandkopjes.
De wind zet zand af op de keileemgronden
​
Pingoruïnes
Op sommige plaatsen kwam er grondwater naar boven. Dit bevroor door de extreme kou echter vlak voor het de oppervlakte bereikte. Doordat het grondwater hierop bleef drukken werd het ijs omhoog geduwd. Langzaam groeide er ijsheuvels tot wel 50 meter hoog.
​
Toen het klimaat weer opwarmde stortte deze heuvels in. Als resultaat bleef er een diepte van wel tot 20 meter in het landschap over; de pingoruiïnes.
​
Deze pingoruïnes zijn nog steeds in Zuidwest-Drenthe te vinden in de vorm van diepe plassen.
Een vermoedelijk pingoruïne nabij Echten​
Holoceen
Holoceen
Vernatting leidt tot veenvorming
Veenvorming
Na de laatste ijstijd warmt de aarde op, het ijs smelt en de zeewaterspiegel stijgt zo'n 130 meter. ​
​
Nederland wordt weer een typische rivierdelta en de hoge waterstand zorgt voor veenvorming in de laagtes, beekdalen en pingoruïnes, waar het land het natst was.
​
​
Duizenden jarenlang treed er veenvorming op in Zuidwest-Drenthe tot het omstreeks 800 n. Chr. zijn hoogtepunt had bereikt
Paleogeografische kaart 800 n. Chr van de regio.
Het veen is donkerbruin weergegeven
​
Holoceen
De mens doet haar intrede
In het warmere klimaat ontwikkelen op de dekzandgronden in Zuidwest-Drenthe​ eiken-, hazelaar- en beukenbossen. Bevolkt door onder andere beren, elanden, oerossen en wolven.
​
Ook de mens doet haar intrede op de dekzandgronden in het gebied als jager-verzamelaar. Men zwerft door het landschap, vooral bij de beekdalen en vennen, waar het wild te vinden is.
​
De oudste boot die ooit gevonden is stamt uit deze tijd en is gevonden in Pesse, bekend als de kano van Pesse.
​
Kano van pesse
Bron:Wikipedia, Drenst Museum
Impressie van de eerste mensen in de regio
Hunebedden
Het boerenbestaan zorgt voor meer vrije tijd en er ontwikkelen zich culturen. In Zuidwest-Drenthe bevindt zich tussen 3350 v.chr. en 2750 v.chr. de Trechterbekercultuur, bekend door hun begravingsrituelen.
​
De grote stenen die tijdens het Saalien met het ijs zijn meegekomen bouwen ze grafkelders, de hunebedden. In Zuidwest-Drenthe zijn er hiervan nog drie te vinden.
Eerst heeft de mens nog nauwelijks een blijvend effect op het landschap.
Er wordt geboerd op de makkelijk bereikbare gronden maar minder vruchtbare dekzandgronden en de landbouw is kleinschalig en tijdelijk. Wanneer een akker is uitgeput verplaatst men deze.
Hunebed op het Holtingerzand
Trechterbeker verzameling van het Drents Museum
Bron:Wikipedia; Drents Museum
Grafheuvel bij Uffelterzand
Bron:Wikimedia Commons
Grafheuvels
Vanaf grofweg 2800 v. Chr. ontwikkeld de enkelgrafcultuur zich in Zuidwest-Drenthe. In deze cultuur werden de doden begraven in een grafheuvel.
​
De heuvel werd gemaakt van zand en plaggen en zijn hedendaags nog te zien in het landschap.
Raatakkers
Langzaam ontwikkelen de boeren een systeem van akkerbouw en verplaatsing. Uitgeputte akkers worden verlaten en de nederzettingen verplaatsen zich naar aangrenzende gronden.
​
Wanneer rond 800 v. Chr. ontwikkelingen in werktuigen het makkelijker maken de keileemgronden te ontginnen vestigde men zich op de randen van het keileemplateau.
In het hedendaagse landschap zijn deze raatakkers nog te zien aan de vegetatie en hoogteverschillen op de randen van de (voormalige) akkers.
Raatakkers van het Dwingelderveld weergegeven met de hoogtekaart. Hoe roder de kleur, hoe hoger het land.
Bron: AHN-Viewer
Getekende impressie van de raatakkers op het Dwingelderveld
Bron: Hoogeveense Courant
Hoofdlandschappen
​
Dankzij de geomorfologische processen in de regio Zuidwest-Drenthe valt het gebied in twee hoofdlandschappen te onderscheiden.
​
Beide landschappen zijn door de jaren heen op verschillende wijze ontgonnen. Hierdoor hebben er onder invloed van de mens verschillende landschapsvormende processen plaatsgevonden.
Veendorpenlandschap​
In het lager gelegen gedeelte waar veel veenvorming heeft plaatsgevonden is het landschap onder invloed van de mens verder gevormd naar een typisch veendorpenlandschap.
​
De wijze van boeren was hier anders dan in de esdorpen en het ontginnen van het landschap is leidend geweest in het ontstaan van de kenmerkende opstrekkende kavelstructuur die nog steeds zichtbaar is.
Esdorpenlandschap​
Een groot deel van Zuidwest-Drenthe bevindt zich op de hoger gelegen zandige keileemgrond, bekend als het Drentse Plateau. Op deze grond heeft zich door de jaren heen een beduidend ander landschap ontwikkeld dan in de lagergelegen veengronden.
De belangrijkste menselijk vormende factor is hier de wijze van wonen en boeren geweest. Dit werd gedaan in het esdorpen systeem. Zodoende noemen wij dit landschap dan ook, het esdorpen landschap.
Kantelpunten
Om te lezen op welke wijze de cultuurhistorie het landschap heeft beïnvloed kunt u eens kijken bij de Kantelpunten.